Salie - Salvia officinalis

Echte salie is een plant die inheems is in Zuid-Europa, waar je haar vindt op zonnige berghellingen. Ze werd al vroeg gecultiveerd, mede omwille van haar mooie bloemen en lekkere geur.
In de middeleeuwen werd ze door kloosterorden over de rest van Europa verspreid en vond je haar in elke kruidentuin.

De oude culturen schreven de kruiden van de Salvia-familie magische krachten toe. Zo geloofden de Grieken dat salie een mens onsterfelijk kon maken en aanbaden de Egyptenaren het als een kruid dat leven schonk en levens redde. De Romeinen wijdden salie toe aan hun oppergod Jupiter, en de oogst van salie ging dan ook gepaard met speciale rituelen. Salie mocht alleen geplukt worden door reine, blootvoets lopende plukkers in witte tunieken, en ze mochten alleen bronzen of zilveren gereedschap gebruiken. Voor het oogsten kregen de goden, en dus met name Jupiter, een plechtig offer van voedsel en wijn.

Beschrijving | Teelt en Oogst | Medicinaal Gebruik | Naamgeving | Geschiedenis en Folklore | Symbolisch Gebruik |Recepten

 

Beschrijving

Salie is een stevige halfheester die 30 tot 100 centimeter hoog wordt. De plant groeit in dichte bundels van vertakte, behaarde stengels. Salie is een mooie welriekende heester, populair bij de bijen en toch vaak ondergewaardeerd als bloeiende tuinplant. De bloemen zijn lichtpaars tot blauw met rechte bovenlip, in vier- tot tienbloemige schijnkransen.
De variëteit die je in de 'kruidenafdeling' van de gewone tuincentra het meest vindt, Salvia officinalis 'Berggarten', bloeit uiterst zelden. Dit is de variëteit die ook wel eens 'breedbladige' salie wordt genoemd, omwille van zijn meer ovale blad. De 'gewone' Salvia officinalis, en de zgn 'purpurascens groep' (met naar het rood-paars neigend blad) bloeien wel heel mooi. Zelf heb ik de indruk dat ook de zgn 'bonte' salie, S. off. 'tricolor' minder uitbundig bloeit.

De plant bloeit van juni tot augustus met typische lipbloemen en heeft een opgaande bloeiwijze. De bloemen verschijnen op het oude hout.
De bladeren groeien in paren en zijn grijsgroen van kleur (vaak met gele vleken op oude bladeren). Ze zijn dik, donzig en hebben een ovale vorm met opvallende nervatuur aan de onderkant van het blad. De bladeren ontwikkelen (bij aanraking) een sterke geur en hebben een wrange, warme smaak. Ook de gedroogde bladeren zijn uitermate aromatisch en pittig.
De plant heeft de typische vierkante stengel van de lipbloemigen en heeft aanvankelijk een groene kleur met fijne haartjes. Hij verhout in het tweede jaar.

Salie is een overblijvende en een redelijk winterharde, altijdgroene heester. De plant kan niet tegen strenge vorst, vooral niet in combinatie met 'natte voeten', wat overigens voor veel planten een dodelijk samentreffen is. De eerder genoemde S. off. 'Bergarten' en 'purpurascens group' lijken meer winterhard dan de soort en dan de S. off. 'tricolor'. Toch is in mijn kruidentuin in de winter 2002-2003, met een langdurige periode van 'kale' vorst, ook een S. officinalis 'purpurascens group' bijna volledig bevroren. De plantjes van de 'gewone' S. officinalis die in de afgelopen zomer waren gezaaid bleven gespaard, doch de oudere planten zijn allemaal bevroren. Dit is overigens een fenomeen dat je vaker ziet bij dit soort 'struik-kruiden', zoals ook lavendel en roosmarijn: oudere planten lijken minder weerstand te hebben tegen vorst dan jongere.

Teelt en Oogst

Salie groeit het best op een zonnige plaats, in niet te vochtige, kalkrijke, alkalische en goed gedraineerde grond. Hij kan gemakkelijk in potten, binnenshuis en op vensterbanken worden gekweekt. De plant kan ook enige schaduw verdragen.

Vermeerderen van gewone salie kan door het uit zaad te laten opgroeien. Alle variëteiten en cultivars zijn gemakkelijk te kweken vanuit stekken, de worteltijd is `s zomers ongeveer vier weken. Uitplanten op 45 tot 60 cm afstand.

Salie wordt na de bloei best gesnoeid om bossige planten te behouden. Vooral de S. off. 'Berggarten' heeft de neiging om ongesnoeid uit elkaar te vallen en na een aantal jaren een kaal centrum te vertonen. De afliggende verhoutte twijgen wortelen vlot en kunnen eventueel losgesneden en uitgeplant worden. Geelachtige bladeren kunnen betekenen dat de wortels meer ruimte nodig hebben.
Een kleine groene rups (wie kan me de naam vertellen?) eet de bladeren, dit rupsje kan met de hand verwijderd worden of door de bladeren te snoeien en te verbranden.

Oogst: kort voor, of bij het begin van de bloei, bij droog zonnig weer (meestal mei-juni). Het blad wordt gedroogd in de schaduw bij niet te hoge (< 34° C) temperaturen.

(Terug naar boven)

Medicinaal Gebruik

Inhoudstoffen
  • 0,5-2,5 % etherische olie, waarvan 30-50 % thujon, 5-15 % cineol, verder linalol, borneol, kamfer, salveen en pineen
  • bitterstoffen (tannines, di- en triterpenoïeden)
  • flavonoïeden
  • saponines
  • phyto-oestrogenen
  • hars

Voor een meer gedetailleerd overzicht van de inhoudstoffen van Salie verwijs ik naar "Alles over Kruiden".

Eigenschappen

Carminatief (bevordert de spijsvertering), spasmolytisch, antiseptisch, astringerend, anti-hidrotisch (vermindert de transpiratie), algemeen stimulerend, koortsverlagend, slijmoplossend, hoeststillend, emmenagoog (menstruatiebevorderend), bevordert de wondheling en littekenvorming.

Gebruik

Salie is het klassieke middeltje tegen ontstekingen van mond, keel en amandelen, waarbij met name de etherische oliën verzachtend werken op de slijmvliezen.
Het kan inwendig gebruikt worden of als een mondspoeling voor ontstoken of bloedend tandvlees, een ontstoken tong of gegeneraliseerde ontsteking van de mond. Het is een excellente remedie bij mondzweertjes. Als gorgeldrank wordt het gebruikt bij de behandeling van laryngitis (ontsteking het strottenhoofd), pharyngitis (ontsteking van de overgang van mond en neus naar keel), amandelontsteking en angina.

Salie is ook een waardevol spijsverteringsbevorderend middel (carminativum) bij dyspepsie (oprispend maagzuur).

Bij inwendig gebruik verminderd vermindert het overdreven transpiratie, en hiervan wordt wel gebruik gemaakt bij problemen die gepaard gaan met overvloedig transpireren, zoals T.B.C., menopauze, thyreotoxicosen en nerveus zweten. Ook overdreven zweten tgv pilocarpine reageert goed op salie.
Ook andere vormen van eccriene secretie worden geremd door Salie, en het kan daarom gebruikt worden om de melkvorming te doen teruglopen bij het afbouwen van borstvoeding, en om speekselvloed te verminderen.

Als compres kan het gebruikt worden bij wondheling.

Als verdere indicaties worden genoemd: uitputting, herstelprocessen, psychasthenie; meningitis en virale zenuwontsteking; griep, bronchitis, angina, sinusitis; aften, herpes, spijsverteringsstoornissen, virale enteritis, galinsufficiëntie, reumatische polyartritis, onvoldoende urinelozing, cellulitis, bloedsomloopstoornissen; uitblijvende menstruatie, pre-menopauze, witte vloed, condylomata, wonden, huidziekten, haaruitval.

Waarschuwingen, Bijwerkingen en Contraindicaties

Salie heeft ontegensprekelijk een duidelijke medicinale waarde, maar als het gaat om de etherische olie, dan is enige voorzichtigheid gewenst:

De etherische olie bevat een groot gehalte aan thujon, dat epileptische aanvallen kan uitlokken of, in hogere dosering, zo giftig is voor het centraal zenuwstelsel dat het verlammingen kan veroorzaken.

(Het lijkt hier alsof het homeopatische principe, dat een kleine
hoeveelheid van een stof de symptomen kan genezen die door een grote hoeveelheid worden veroorzaakt, bij salie duidelijk naar voor komt: immers, heel wat middeleeuwse schrijvers beschouwden salie als een zenuwtonicum en als een middel tegen verlamming... En inderdaad is de hoeveelheid thujone in een kop kruidenthee ontzettend klein).
Hetzelfde zien we overigens bij het effect op de voortplantingsorganen: een kleine hoeveelheid salie wordt beschreven als antispasmodisch, maar grotere hoeveelheden veroorzaken spastische samentrekkingen van de baarmoeder (en als het gaat om een etherische olie, dan
wil ik wel vermelden dat 'grotere hoeveelheden' daarom niet meer dan een paar druppels moeten zijn).

Er zijn dan ook al wel vaker vergiftigingsgevallen beschreven, doordat mensen op basis van wat ze in boeken vonden zichzelf gingen behandelen, en uitgingen van de verkeerde veronderstelling dat 'meer ook beter is'.

De verschijnselen die dan beschreven worden variëren van lichte duizeligheid en beven, tot dermate heftige buikpijn dat hospitalisatie nodig was. De meest voorkomende
vergiftigingsverschijnselen bestaan echter uit matige tot ernstige contracties van de baarmoeder, die leidden tot een 'menstruatie' die echter veel te overvloedig is, en zich als een gevaarlijke bloeding uitte. Het ging in deze gevallen bovendien meestal niet om een inwendig gebruik van salie, maar om gebruik in massageolie of in badolie, in hoeveelheden varierend van 2 of 3 tot 10 druppels!
Om deze reden zullen aromatherapeuten de voorkeur geven aan Scharlei (Muskaatsalie, Salvia sclarea), die heel wat therapeutische eigenschappen met salie gemeenschappelijk heeft, doch slechts een kleine hoeveelheid thujon bevat.

(Terug naar boven)

Naamgeving

Eën van mijn stokpaardjes is, dat je eigenlijk dient te spreken van de 'botanische' of de 'wetenschappelijke' naam
van een plant, en niet van de 'Latijnse'. Inderdaad hebben de meeste van die namen immers geen Latijnse, maar Griekse wortels. Salie is echter ëën van de uitzonderingen die de regel bevestigen, en heeft wèl een Latijnse
oorsprong.
Inderdaad spraken de Romeinen al van de 'Salvia salvatrix', de genezende Salie, waarbij dus ook 'salvia' is afgeleid van 'salvere', genezen.

En 'officinalis' wijst er op dat de plant een lange historie als medicinaal kruid achter zich heeft, want verwijst naar de 'officina', de werkplaats van de 'kruidenbroeder' in de kloosters, een woord dat nu nog gebruikt wordt voor het labo van een apotheek.
Salie is, net als het Duitse Salbei, het Engelse Sage en het Franse Sauge afgeleid uit de aloude Latijnse benaming...

Volksnamen

Nederlands: Franse Thee, Saaldje, Selve, Savie, Palingkruid
Engels: Sage , Garden Sage
Duits: Salbei, Garten-Salbei
Frans: Sauge officinale, Thé d'Europe, Thé de la Grèce

(Terug naar boven)

Geschiedenis en Folklore

Echte salie is een plant die inheems is in Zuid-Europa, waar je haar vindt op zonnige berghellingen. Ze werd al vroeg gecultiveerd, mede omwille van haar mooie bloemen en lekkere geur.
In de middeleeuwen werd ze door kloosterorden over de rest van Europa verspreid en vond je haar in elke kruidentuin.

De oude culturen schreven de kruiden van de
Salvia-familie magische krachten toe. Zo geloofden de Grieken dat salie een mens onsterfelijk kon maken en aanbaden de Egyptenaren het als een kruid dat leven schonk en levens redde. De Romeinen wijdden salie toe aan hun oppergod Jupiter,
en de oogst van salie ging dan ook gepaard met speciale rituelen. Salie mocht alleen geplukt worden door reine, blootvoets lopende plukkers in witte tunieken, en ze mochten alleen bronzen of zilveren gereedschap gebruiken. Voor het oogsten kregen de goden, en dus met name Jupiter, een plechtig offer van voedsel en wijn.

Op Kreta, waar het kruid volop groeide, bestond de traditie om salie te plukken op de eerste of tweede dag van mei, voor zonsopgang. Artsen in de oudheid prezen de genezende en sterkende eigenschappen van salie, zowel voor het lichaam als voor de geest. Zowel de Romeinen als de Egyptenaren beschouwden salie als een krachtig middel om de vruchtbaarheid te bevorderen. Kinderloze koppeltjes die een zwangerschap wensten, kregen het advies vier dagen niet samen te slapen en dagelijks saliesap te drinken - wanneer ze er daarna weer zouden vrijen, was conceptie zowat verzekerd! (Dit lijkt merkwaardig als je bedenkt dat tegenwoordig bekend is dat de etherische olie van Salie een emmenagoog is, dwz kan de menstruatie, en derhalve ook een miskraam, opwekken,
doch in lagere dosering kan de oestrogene activiteit van het kruid een onregelmatige cyclus normaliseren - zie toch ook bijbijwerkingen en contra-indicaties!).

In de Middeleeuwen geloofde men dat de plant gezegend was door de Maagd Maria en kreeg ze de bijnaam Officinalis Christi. Omdat men het kruid levensreddende eigenschappen toedichtte, werd het soms Salvia salvatrix genoemd, wat wil zeggen
"salie de redder"

Men gebruikte de plant als geneeskruid voor ontstoken wonden, bij pest en tegen vrouwenkwalen. Hierop doelde Hondius toen hij dichtte

"Salie water t'aller tijen
Doet met Pappels haer verblijen"

Het was een plant die door haar bloemen, haar geur en haar bitterzoete smaak snel opviel, en daardoor ook snel als geneeskruid onder de aandacht kwam. Uit de Salermitaanse school is het gezegde bewaard gebleven: "Hoe kan de mensch sterven, die sali in zijn tuin kweekt?"De geneeskrachtige kruidenwijnen van monniken bevatten dikwijls salie, maar ook aan wijnen die uitsluitend als genotmiddel werden gedronken werd regelmatig salie toegevoegd. Die zelfgemaakte wijnen waren immers vaak vrij zuur, en de kruiden moesten dat goed maken.
Een oud drinkliedje zegt

"Er setzt das Gleslein für seinen Mund, Krauseminte,
er trank es auss biss auf den Grund, Salveie, Poleie,
die Blümlein an der Heiden, Krauseminte!"

In oude kruidenboeken wordt salie vaak beschreven als een geestelijke stimulator. Zo schreef John Gerard bv: 'Salie is bijzonder goed voor het hoofd en de hersenen, het verlevendigt de zintuigen en het geheugen.'
Salie heeft een krachtige
werking op de vrouwelijke geslachtorganen, en was dan één van de enkelvoudige remedies die vroedvrouwen ('vroede', i.e. 'wijze' vrouwen, van wie er zoveel op de brandstapel eindigden tijdens de heksenjachten van de middeleeuwen tot de zeventiende eeuw) gebruikten bij uitblijvende menstruatie of te gering bloedverlies, of om de cyclus te normaliseren voorafgaand aan de menopauze.

Ooit bestond er een merkwaardig bijgeloof dat salie het alleen goed deed in de tuinen van wijzen en daar waar de vrouw de broek droeg. Hiervan getuigt de spreuk: "Als de saliestruik goed gedijt, Is de meester geen meester en weet hij 't".
Vreemd genoeg zag men in de gezondheid van een salieplant ook een weerspiegeling van het zakelijk succes van de heer des huizes. Een voorspoedig groeiende plant betekende bloeiende zaken, een verdorde plant wees op financiele problemen.

Salieblaadjes werden vaak gebruikt als liefdesorakel. Als een jonge vrouw om middernacht aan de vooravond van Samhain (Halloween in de Christelijke traditie), 31 oktober, de tuin inging en negen salieblaadjes plukte zonder de tak te breken op het moment dat de klok
twaalf uur sloeg, zou ze het gezicht van haar toekomstige echtgenoot zien - of een doodskist als ze nooit zou trouwen.

Halverwege de twintigste eeuw schreef M.C. Blöte-Obbes in 'De Geurende Kruidhof' het volgende over Salie:

Als reukplant was zij (de salie) allen kwaden geesten onaangenaam. Het was een "weldoende" plant en toch ook een plant die door magiërs bij al hun tooverijen gebruikt werd. Padden huizen gaarne onder de salie; padden zijn heksendieren, dus deugde er iets niet aan de salie. In ieder geval werd zij door den adem van die dieren giftig. Om dit te ondervangen plantte men een ruit (Ruta graveolens) bij de salie. Die verjoeg dan al het ongedierte dat daar woonde.
De magiërs gebruikten die salieplanten, waar de padden wel onder woonden, en plukten ze dan nog van den 23en tot den 29en dag der maand, waarna ze onder tarwe of gerst bewaard werden. Daarna deed men er de wonderlijkste dingen mee; zoo kwam er, wanneer de plant vier weken onder mest gelegen had, een witte merel uit, met den staart van een slang. Deed men
de plant eerst in een flesch en liet men ze zoo onder de mest rotten, dan kwamen er wormen uit, verbrandde men deze wormen dan hoorde men donderslagen. Het is dan ook niet te verwonderen, dat de salie een der beroemde tooverplanten van Albertus Magnus was. In het aan hem toegeschreven boek vertelt hij, dat wanneer men de verrotte stengels van salie in een beek of bron wierp, deze dan uitdroogde. Wie salie met bijvoet in zijn schoenen droeg werd nooit moe (dit recept is al van Plinius). Cagliostro gebruikte het om zijn vleeschconsommé te kruiden bij zijn verjongingskuur. Ook bij onttooveringen werd het gebruikt; dan moest men een lamsbout eten, toebereid met salie en ijzerkruid."

Iemand vertelde me dat ze ooit las dat Lodewijk XIV vergiftigd zou zijn door saliethee. De man was ziek en zijn artsen gaven hem saliethee te drinken. Hij werd alsmaar zieker en zijn artsen gaven hem steeds meer saliethee... tot hij stierf. Een andere bron vermeldde dat dezelfde Lodewijk elke ochtend een kopje saliethee dronk... Dat Lodewijk iets had met saliethee mag dan wel waarschijnlijk zijn, wat het precies is zal wel in nevelen gehuld blijven.

In de literatuur zien we de Salie opduiken in het boek: `Jan, Jannetje en hun jongste kind', dat E.J. Potgieter in 1840 schreef. De hoofdfiguur van het boek is`Jan Salie', die vervolgens een eigen leven ging
leiden: Een Jan Salie is sindsdien een beetje een suffe, een sukkel, een man waar niets bij zit, iemand die saliemelk drinkt omdat hij geen bier of sterke drank verdraagt.
De Jan Saliefiguur was niet de bruisende cholericus, de ernstige melancholicus, de beweeglijke sanguinicus, maar veeleer de gevoelige lymfaticus, met zwakke slijmvliezen, trage bloedstroom, zwak afweersysteem en moeizame spijsvertering.
Van alle constitutietypen maakt de lymfaticus de minst gezonde indruk naar buiten (hetgeen natuurlijk niet werkelijk zo hoeft te zijn), die dus behoefte heeft aan de gezondmakende 'Salvia salviatrix'.

Symbolisch gebruik

Culpeper associeert Salie met de planeet Jupiter. Inderdaad was Salie al in de Romeinse tijd aan de god Jupiter toegewijd. Je kan vervolgens zowel vanuit Jupiter als vanuit de kleur paars een verband leggen naar 'donderdag' (Jeudi) en donderdag-magie, en dus salie gebruiken in rituelen betreffende gezondheid (een overigens zeer vanzelfsprekende associatie vanuit de wetenschappelijke naam van Salie), maar ook geluk, rijkdom, succes in zaken en in juridische aangelegenheden...
Ann Moura beschrijft salie als een van de kruiden die met Samhain als geurkruid kunnen verbrand worden.
Hoewel de 'Heilige Salie' die door de Noord-Amerikaanse inheemse bevolking als zuiverend rookkruid (smudging herb) wordt gebruikt, in feite geen salie is, maar een alsemsoort, worden in navolging van deze (dus niet correcte) benaming, ook de Europese saliesoorten wel als zuiverend rookkruid verbrand.

Maak jouw eigen website met JouwWeb